
Toen mijn schoonzus en ik in het Openluchtmuseum liepen, zeiden we tegen elkaar dat we de kleuren van de jaren ’60 en ’70 zo leuk vinden. En daarom kwamen we op dinsdag 12 augustus terecht in Horn en bezochten we museum ‘Terug in de tijd’, een museum over de jaren ’50 tot ’70.
Museum ‘Terug in de tijd’ – niet de doelgroep, wel genieten
Zelf kom ik uit de jaren ’80 en mijn schoonzus uit de jaren ’90, dus we waren misschien niet helemaal de doelgroep voor een museum over de naoorlogse jaren, maar wat was het genieten! Aan de buitenkant lijkt het museum klein en eenmaal binnen (contant betalen; Museumjaarkaart niet geldig) had ik ook niet gelijk door hoe groot het eigenlijk was, maar als je er rondloopt, ontdek je steeds weer een extra stukje met moois.



Beneden staan vooral auto’s. Boven zijn er als het ware allemaal kleine kamertjes/huisjes waarin steeds een ander onderwerp centraal staat: een schoenmakerij; een hoedenwinkel; een klaslokaal; een apotheek; een bakker, enz.



Wij keken onze ogen uit. Zelf was ik vooral fan van de ouderwetse kinderwagens. Mijn moeder had vroeger ook zo’n (soort) kinderwagen en die vond en vind ik zo prachtig. Daar stonden er tientallen.



Voor elk kamertje/huisje hangt een touw, dus je kunt niet naar binnen. Maar in het klaslokaal konden we wél naar binnen, dus de juf in mij werd helemaal blij. Helaas lagen er geen krijtjes bij het bord, dus ik kon niet schrijven, maar ik nam wel even plaats achter de lessenaar.
Na bijna twee uur rondkijken (het was heerlijk rustig overigens!) hadden we alles gezien en hadden we vooral ook heel veel trek. Er is wel een restaurant bij het museum, maar in het museum zelf kun en mag je niet(s) eten. Dus de hoogste tijd om onze meegebrachte lunch ergens op te gaan eten.
Wandelen in Thorn, het ‘witte stadje’
Lunchen op de parkeerplaats leek ons niet zo gezellig, dus we zochten een betere plek om te lunchen. Mijn schoonzus ontdekte dat Thorn, het ‘witte stadje’, op maar een kwartier rijden lag van het museum. Snel de auto aan en gaan dus.




We aten onze lunch op een bankje op de parkeerplaats en liepen vervolgens een rondje door het stadje. Het was een warme dag, dus op een terrasje namen we een pauze met ijs.
We liepen nog even het museum in de Abdijkerk in (toegankelijk met Museumjaarkaart) en liepen toen weer terug naar de auto. Tijd om de 140 km terug naar huis te gaan rijden. Maar deze dag was de vele kilometers zeker waard!

Plaats een reactie